Advertorial
Het weer in ons land is behoorlijk wisselvallig. Dit betekent dat het iedere dag weer puzzelen is welke outfit past bij de weersomstandigheden. Voor jezelf, maar vooral voor je baby. Daar kan je als kersverse ouder zelfs best eens onzeker over zijn. In dit artikel helpen we je daar dan ook graag mee op weg!
1. Hoe jonger, hoe warmer
Pasgeboren baby’s kunnen hun eigen temperatuur nog maar nauwelijks op peil houden. Met name de eerste weken is het erg belangrijk om je kindje goed warm te houden. Zowel in de winter als in de zomer. De sleutel: werk met laagjes. Over het algemeen trek je je baby altijd een luier, rompertje, broekje en truitje of boxpakje, sokjes en een mutsje aan.
2. Goed passende babykleding
Het is belangrijk dat je je baby kleding aantrekt die goed aansluit. Als kleding te groot is, kan er teveel warmte ontsnappen en zul je je baby nog meer laagjes aan moeten trekken. Een pasgeboren baby past doorgaans in het allerkleinste maatje kinderkleding: maat 50 tot 56. Deze maat staat voor het aantal centimeters dat je baby lang is. De maten lopen geleidelijk op.
3. Zomerkleding
Babykleding is net als volwassenmode seizoensgebonden. Dit wordt weerspiegeld in de dikte en het materiaal van de kleding. Zomerkleding bestaat veelal uit katoen en linnen, omdat deze materialen warmte doorlaten, zweet opnemen en luchtig aanvoelen. In de zomer is het belangrijk dat je je baby niet teveel laagjes aantrekt. Over het algemeen geldt: één laagje meer dan jijzelf aan hebt. Bovendien is het belangrijk je baby tegen de zon te beschermen met een zonnehoedje of een petje.
4. Winterkleding
De één-laagje-extra-regel kun je ook in de winter aanhouden. Het gaat hier voornamelijk om de dikte van de babykleding. Tijdens zeer koude dagen, kun je kiezen voor een romper met lange mouw en een broekje en vestje van een warme stof. Als je je baby teveel laagjes aantrekt, zal deze niet meer comfortabel kunnen liggen. Als je naar buiten gaat, zijn een warm jasje, mutsje, wantjes en slofjes aan te raden.
Leave a Reply