- Gekleurd karton (of stevig papier)
- Verf (of iets anders als decoratie)
- (Tamponeer)kwast
- Crêpepapier
- Schaar
- Lijm
- Teken een bloem. (Zie sjabloon)
- Teken een rondje in het midden van de bloem.
- Knip de bloem uit.
- Knip stukjes crêpepapier.
- De stukjes crêpepapier verfrommelen tot balletjes.
- De balletjes crêpepapier opplakken.
- Met verf versiering tamponeren*.
Teken een bloem op gekleurd karton of stevig papier. Teken een rondje in het midden van de bloem. Knip de bloem uit. Laat je kind ook oefenen met knippen. Teken rondjes op een blaadje. Laat jouw kind de rondjes uitknippen, terwijl jij de bloemen uitknipt. Zo heeft jouw kind ook een oefenmoment.
Knip stukjes crêpepapier. Laat je kind de stukjes crêpepapier verfrommelen tot balletjes en in het rondje opplakken.
Je kind kan nu met verf versiering tamponeren.
*Tamponeren is een teken techniek die kinderen op school leren. Tamponeren is heel wat anders dan verven. Met verven is met de kwast vegen. Tamponeren is met de kwast stampen.
Wat leert je kind van het knutselen van een bloem?
- Motorische vaardigheden: Je kind werkt aan zijn fijne motoriek. Het helpt bij het mooier kunnen schrijven of tekenen.
- Stimuleert de creatieve ontwikkeling.
- Voorbereidend rekenen: Maak een patroon met vormpjes.
- Ontwikkelen van de creativiteit.