Advertorial
Officieel begint je kind te leren rekenen vanaf groep drie. Maar eigenlijk start het proces al veel eerder. Al met twee jaar zal je peutertje kleuren en vormen leren onderscheiden en het verschil ontdekken tussen 1, 2 en ‘veel’. Jij kunt je kind begeleiden tijdens de hele leerweg; vanaf het prilste begin tot de hogere klassen wiskunde!
Het echte werk start in groep 3
Tijdens de verschillende klassen in het basis- en middelbaar onderwijs is het goed om de vinger aan de pols te houden. Wiskunde is namelijk belangrijk voor de toekomst van je kind. Mocht het vastlopen met bepaalde onderwerpen binnen het vak of het wat lastig vinden om mee te komen met rekenen op school, dan kun je hem of haar helpen door een bijlesleraar in te huren. Tegenwoordig kan dat ook heel gemakkelijk online via een bijlesplatform. De les kan plaatsvinden bij de leerkracht of leerling thuis of via Teams. Dan hoeft je kind (en jij) er helemaal de deur niet meer voor uit. Met bijles wiskunde op een leuke, toegankelijke manier zal je kind weer snel op niveau zijn en waarschijnlijk zelfs veel plezier krijgen in het vak!
In groep drie begint natuurlijk pas het echte rekenwerk. Maar voor die tijd kun je al heel veel zelf met je kind doen als voorbereiding. Spelenderwijs ontwikkelt je kind dan een inzichtelijke basis waarop de kennis dan wordt voorgebouwd; eerst op de basisschool en later in het middelbaar onderwijs. Hieronder vertellen we je hoe je jouw kind zo goed mogelijk kunt voorbereiden.

Dreumeswiskunde
Al op zeer jonge leeftijd zal je kind gaan leren de wereld om zich heen te ‘ordenen’. Er komen indelingen op kleur en op getal. Groene appels, oranje snoepjes en gele bloemen bijvoorbeeld. Tijdens die fase zijn spelletjes een leuke manier om te leren. Laat je peuter bijvoorbeeld alle blauwe legoblokjes uit de bak halen en bij elkaar leggen, of zet een bordje met gekleurd snoep neer en zeg je kind dat het twee roze snoepjes mag pakken. Tel met hem of haar mee: “Eén, twee, goed zo!” Ook zo’n doos waar verschillend gevormde blokken in moeten worden gedaan, is erg leerzaam; voor ruimtelijk inzicht en voor het leren benoemen van de vormen. Tijdens de dagelijkse bezigheden kun je heel vaak tellen met je kind. Onderweg in de auto tel je samen hardop de bomen, de koeien of…. In de supermarkt tel je bananen, eieren, broodjes etc. Je kunt ook de vormen en kleuren van alles benoemen: de appel is rond, de aardbeien zijn rood, enzovoorts. Of ga een stukje wandelen en tel hard op je stappen. Ga eerst tot drie en begin steeds opnieuw. Je kindje gaat waarschijnlijk vanzelf meetellen. Als dat goed gaat, kun je het uitbreiden door tot vijf te tellen. Overal en altijd kun je tellen en vormen en kleuren leren. Op dit soort leuke manieren stimuleer je al vóór de schoolleeftijd het wiskundig inzicht van je kind.
Kleutertijd
De interesse van je kleuter is dus al op peuterleeftijd aangewakkerd. Op school begint het al met tellen, veelal met behulp van mooie kleurplaten, liedjes en versjes. Ook leert het nieuwe termen die in het dagelijks leven veel voorkomen, zoals genoeg, veel of weinig. Thuis en in het dagelijks leven kun je daar zelf ook prima op inhaken. In de supermarkt: hoeveel ijsjes zitten er in de doos? Er staat een ‘6’ op. Is dat genoeg voor ons, te weinig of te veel? Of geef je kind opdrachtjes: laat het vijf peren of vier broodjes in een zakje stoppen, of twee pakken sap in het boodschappenmandje doen. Ook kun je het tafeldekken als goede oefening gebruiken. Hoeveel borden en lepels hebben we nodig? Hoeveel stoelen staan er. Is dat genoeg of te weinig? Met wat creativiteit kan je bijna alles in je directe omgeving gebruiken als oefenmateriaal. Al snel zullen jullie beiden ontdekken dat eigenlijk alles wel wiskunde is!
Ga op bovenstaande manier spelenderwijs en al op heel jonge leeftijd met je kind aan de slag. Zo zal het basisinzicht krijgen, leren rekenen en plezier krijgen in wiskunde. Dat, gecombineerd met bijles als dat nodig is, geeft jouw kind een echte kickstart voor de toekomst!
Leave a Reply